Blogs,  Manuelle,  Manuelle

Pubers, poep en penetrante luchtjes

Het is weer zover. Nu verder dan ooit tevoren. Beschimmelde glazen waar waarschijnlijk ergens eerder deze week ijs in heeft gezeten. Kruimels, brood en ei resten… of wacht het kan ook een wrap geweest zijn. Nou goed, niet meer te achterhalen.

Mijn bloed begint al te borrelen, het kookpunt stelt zich nog even uit, als mijn één-na-jongste dochter (K1) een oorverdovende serenade afsteekt. Deze keer niet “zullen wij een sneeuwpop maken?” of het welbekende “let it gooooo”, maar een jankballade die uit de badkamer lijkt te komen…. Oh crap! Why? Wat nu weer…. Grrrrr…

Ik kijk even omhoog en slaak een zucht. Hardop zeg ik “gief mai kracht”.  

Met lichte tegenzin loop ik de badkamer in. Daar staat K1 met haar waffel in standje vierkant. Onze jongste (K2) daarentegen ziet er de humor wel van in. Geen droog plekje is er nog te vinden in de badkamer. Werkelijk alles is nat! Ik pak de grootste handdoek en drapeer die op de grond. K1 is nog steeds niet tot bedaren te brengen en ik vraag me af wat er zo erg is. 1, 2, 3, 4… ja alle ledematen zitten er nog aan, ik zie geen bloed, ik kan zo snel niks ontdekken…. Eh… wat is dat? Ah nooooo. Ik zie wat bruine massa drijven door het bad… K2 doet er tikkertje mee…. Nogmaals een diepe zucht.

Daarop volgt een oer-brul naar de husband dat ie moet komen helpen.  Waarom rent hij niet a la minute de trap op als ik em roep. Het is crisis!!! Mompelend en sjokkend hoor ik hem naar boven komen. Hij zwaait de deur open en ziet inmiddels aan mijn bezwete hoofd en woeste look dat het menens is.

Drek. Het is drek.

Ik opper het plan, hij voert uit, ik ruim op, maak weer schoon en een half uur later zit ik hijgend en puffend weer beneden aan de tafel.

Klus geklaard, nog te vroeg voor wijn, dus nog maar een bak koffie.

Oh ja. Het schiet me weer in gedachten dat ik een blik aan het werpen was op de puber-kamer.

Ik neem nog een grote slok koffie en twijfel of ik dit überhaupt wel wil. Nee, ik wil het niet! Maar het idee dat er levende wezens en planten daar in ontwikkeling zijn, geeft me geen rust. Dus al sjokkend, zuchtend en kreunend sta ik op van mijn stoel.

Op dat moment zie ik een blad liggen dat bij de krant hoort. Ik ga in de bank zitten, gooi een plaid over me heen en begin te lezen. Alles om me heen vergeet ik en ben verzonken in het verhaal dat voor me ligt.

Ineens wordt mijn momentje ernstig verstoort door één of ander penetrant luchtje. Ik moet me goed houden om niet te gaan kokhalzen. De geur wordt sterker en ja hoor ik begin te kokken…. Get wat ruik ik. Eerst snuffel ik aan K1 en K2, nope die zijn het niet. De husband zit nog aan tafel, dus die is het ook niet. Ugh Ugh… Door je mond ademen Manu. Doe chill.

Ik zie dat de tussendeur die naar boven gaat openstaat. Ah. Oh ja. De puberkamer. Dat was het.

Mijn bloed gaat weer in de borrelstand. Langzaamaan richting kookpunt. Slenterend sleep ik mezelf de trap op. De deur van de puber-kamer staat op een kier. Jep dat is dus wat ik ruik. Wederom moet ik me goed houden om niet te kokken. Inmiddels weet ik zeker dat er iets doods op die kamer moet liggen.

Met goede moed gooi ik de deur open, geef een ruk aan het raam dat nog hermetisch dicht zit en begin daar een kanonnade aan scheldwoorden die me op dat moment te binnen schieten. It wasn’t pretty folks. It wasn’t pretty at all.

Beide pubers, draaien zich langzaam om richting hun moeder. Beide in het tempo die hun vader zou hanteren. Langzaam en rustig. Met de stront nog in hun ogen kijken ze me verbaasd en verdwaasd aan. “Eeehhh… jaaaa? Wat is er?” Al kokhalzend probeer ik ze duidelijk te maken dat het zo niet langer kan. Zijn ze nou helemaal gek geworden? Hoezo liggen hier lege ijsbakken, zakken chips, pakken koek, pakken drinken, flessen cola, snoeppapiertjes, schoolboeken, vieze sokken, kleding en tassen?

Wacht. Oh daar zijn dus mijn borden, bestek en theeglazen. Zijn dat nepnagels? Snippers, plakband, lijm, stof. Ellende. En het ruikt naar ontbinding.

Ondanks dat hier iedere maandag een grondige poetsbeurt wordt gegeven, weten ze binnen no-time de zaak te verbouwen tot heuse strontbult. Niet-te-doen.

Ik begin te brullen dat ze die stinknesten af moeten halen, bedden naar buiten moeten gooien, alles op moeten ruimen en dat “ALS DIT NOG ÉÉN KEER GEBEURT, ZE MAAR EEN ANDER KOSTHUIS MOETEN GAAN ZOEKEN!!! EN NOOIT GEEN MAANDGELD MEER ZOUDEN KRIJGEN.”

Beiden trekken ze hun wenkbrauwen op, geven een zucht en zeggen “ja moe, is goed moe.”

Ik draai me om en een gevoel van een déja vu bekruipt me.

Ja heus. Dit zelfde scenario speelde zich exact een week geleden ook al af en zal hoogstwaarschijnlijk volgende week weer plaatsvinden.

Arme ik.

Manuelle Pasterkamp, getrouwd met Hendricus, moeder van vijf kids; Indi, Sienna, Cees, Kensi en Kristi.

3 reacties

Laat een antwoord achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.